Local view for "http://nl.dbpedia.org/resource/Sudeten-Duitsers"

No prefix for http://nl.dbpedia.org/resource/.
PredicateValue (sorted: default)
rdfs:label
rdfs:comment
ns3:abstract
"De Sudeten-Duitsers zijn de ongeveer drie miljoen Duitsers die tot 1945 in Sudetenland, de grensstreek van het toenmalige Tsjecho-Slowakije, woonden, en hun afstammelingen.Vanaf de vroege zesde eeuw vestigden zich op het gehele grondgebied van het huidige Tsjechië West-Slavische stammen, die de door Germanen (Silingen en Markomannen) tijdens de Volksverhuizingen verlaten gebieden innamen. Vroeger werd aangenomen dat zulke veroveringen een totale bevolkingswisseling ten gevolge hebben gehad. Modern onderzoek wijst uit dat als regel een bevolkingssubstraat achterbleef en in een ondergeschikte positie werd opgenomen door de veroverende stammen.Sinds de 12e eeuw en de 13e eeuw waren zeer grote aangesloten delen van Bohemen en Moravië door Duitsers bewoond, terwijl in de centrale gedeelten van deze landen zogenaamde Duitse taaleilanden ontstonden. De streek rond de stad Eger, een Rijksstad met keizerpalts, behoorde met Aš en het Boheemse Vogtland zelfs al sinds de 9e eeuw tot Oost-Francië en het Heilige Roomse Rijk.De Duitse kolonisten na de 12e eeuw kwamen in Bohemen en Moravië wonen op uitnodiging van het toenmalige Tsjechische koningshuis der Přemysliden. Dit in verband met hun vakmanschap op bepaalde gebieden zoals de handel, mijnbouw, landbouw, techniek en handwerk. Mijnbouw en de ontginning van onbevolkte bos- en moerasgebieden voor de landbouw verhoogden de vorstelijke belastinginkomsten. In de 14e eeuw was het Duitstalige element zo dominant geworden dat een gedeeltelijk Tsjechische reactie plaatsvond die naar de zeden der tijd ook een religieuze vorm zocht.Het heterodoxe Hussitisme veroorzaakte een revolutionaire omwenteling die het Duitstalige patriciaat uit de meeste steden in centraal Bohemen onttroonde en alleen in de ontginningsgebieden aan de grenzen van het land een Duitstalig element liet voortbestaan. Bij de volgende omwenteling - de Slag op de Witte Berg in 1621 - was opnieuw de godsdienst het wapen waarmee de verhoudingen werden geregeld. Bohemen en Moravië waren onder de Habsburgse kroon gekomen en deel van een groter Oostenrijks staatsverband geworden waarin inmiddels de contrareformatie was doorgevoerd. Het rooms-katholicisme gold nu als staatsgodsdienst, het hussitisme werd verboden en zijn 'verstokte' aanhangers onteigend en het land uitgewezen. Hiermee kreeg het Duitstalige element opnieuw een dominante positie. Aan het begin van de 20e eeuw, toen Bohemen en Moravië nog steeds tot Oostenrijk-Hongarije hoorden, bedroeg het aandeel van de Duitstaligen in de zwart aangegeven gebieden ruim 90 %, in de rest van het latere Tsjechië maakten zij ongeveer een tiende van de bevolking uit. Oostenrijk-Hongarije was een veelvolkerenstaat. Na de Eerste Wereldoorlog werd Oostenrijk-Hongarije min of meer naar etnische lijnen opgesplitst in nationale staten. Bohemen en Moravië zouden een nationale Tsjechische staat worden maar de Duitstaligen in deze gebieden weigerden daarin mee te gaan en riepen met de bevolking van het eigenlijke Oostenrijk de republiek Deutschösterreich uit, die ook Sudetenland omvatte. De Tsjechische nationale troepen van de recent opgerichte Tsjecho-Slowaakse republiek bezetten om dat te voorkomen in 1918 het latere Sudetenland - meer bepaald de Duitstalige (grens)gebieden van Bohemen, Moravië en Oostenrijks Silezië. Met het Verdrag van Saint-Germain werd Sudetenland, tegen de wens van de Sudeten-Duitsers in, opgenomen in de nieuwe staat Tsjecho-Slowakije. Dit zorgde gedurende het interbellum voor veel spanningen in de nieuwe staat Tsjecho-Slowakije, die door Tsjechen gedomineerd werd.De meeste Sudeten-Duitsers waren afstammelingen van Duitstaligen die al sinds de 12e en 13e eeuw, later aangevuld met immigranten uit de 17e eeuw in Sudetenland woonden, en met in dit gebied wonende Tsjechen die in de Duitstalige omgeving waren gegemaniseerd (zie: germanisering). Daarnaast leefde in Slowakije een andere, meer versnipperd wonende Duitstalige minderheid: de Karpaten-Duitsers.De door de nationaalsocialisten opgevoerde politieke spanningen leidden ertoe dat Tsjecho-Slowakije in 1939 bij het Verdrag van München, met instemming van Groot-Brittannië en Frankrijk, Sudetenland moest afstaan aan Duitsland-Oostenrijk. Daarmee was het land geografisch en industrieel ontmanteld en zou het restant als een zogenaamd protectoraat door Duitsland bezet kunnen worden.Na de ineenstorting van het nazirijk werden van mei 1945 tot 1 januari 1950 vrijwel alle etnische Duitsers door de uit Londen teruggekomen regering in ballingschap collectief tot landverraders verklaard en uit het zogenaamde Sudetenland verdreven. Ze vluchtten voor terreur van Tsjechische milities, of werden geïnterneerd en vanuit kampen gedeporteerd. De volkenrechtelijk discutabele basis van deze verdrijvingen waren de Beneš-decreten. Deze decreten bevalen de uitwijzing van vrijwel alle Duitsers en verklaarden alle Duits bezit tot bezit van de staat Tsjecho-Slowakije. De geallieerde toestemming tot verdrijving en regeling van de opname in Duitsland en Oostenrijk maakte de operatie fysiek mogelijk."@nl
foaf:depiction
foaf:isPrimaryTopicOf
owl:sameAs
dcterms:subject
ns3:thumbnail
ns3:wikiPageExternalLink
ns3:wikiPageID
ns3:wikiPageRevisionID

All properties reside in the graph http://purl.org/collections/nl/niod/dbpedia_dump.ttl

The resource appears as object in 3 triples

Context graph